Van bergdorp naar een dolfijnenzee en verder...
Door: Tim & Eline
Blijf op de hoogte en volg Eline Jessica
08 Oktober 2012 | Indonesië, Batu
Er staan veel nieuwe foto's online op onze gezamenlijke website!
Munduk, op aanraden van.
Door: Tim
Onze tijd in Ubud zit erop. We zijn hier langer gebleven dan dat we in eerste instantie van plan waren. Dit keer niet net als op Gili Meno omdat we geen afscheid konden nemen, maar omdat we het weekend moesten overbruggen voor een bezoek aan de Australische ambassade in Den Pasar. Achteraf gezien hadden we eerder kunnen doorreizen want ons bezoek aan de ambassade leidde enkel tot veel frustratie en irritatie…zucht altijd weer die bureaucratie…
Op aanraden van de tante’s van Eline vertrekken we richting Munduk. Dit zou een rustig bergdorpje moeten zijn met mooie uitzichten op bergen en rijstvelden…een verademing dus na het drukke Ubud.
Na een rit van 2 uur komen we in de middag aan in het pittoreske Munduk. Munduk is eigenlijk niet meer is dan een enkele straat met hier en daar een guesthouse. Na onze eerste overnachting op Sumatra zijn we overal op de bonnefooi na toe gegaan en dit is eigenlijk altijd wel goed gekomen. Ook nu hadden we dus nog niets geboekt of gedaan. Nadat we een, twee, - een zestal guesthouses hadden gehad (zaten allemaal vol) kreeg ik het Spaans benauwd.
Gelukkig wist ik er toch nog een te vinden aan het eind van de straat. Het uitzicht hier was subliem. Vanuit ons balkon keken we uit over de sawa’s en verschillende bergketens.
Ook had het guesthouse een dakterras waar we elke dag rond 4’en een kop thee of koffie konden krijgen en waar we elke ochtend een lekker ontbijtje nuttigden.
Tijdens ons verblijf in Munduk hebben we onszelf weer een brommertje toegeëigend. In Ubud (en eerder op Sumatra) was dat ons namelijk erg goed bevallen. Niet afhankelijk zijn van anderen en gaan en staan waar je maar wilt. Daarnaast vindt ik het ook super gaaf als we zelf plekken ontdekken ( en nog leuker als het niet toeristisch is).
Nadat we onze spullen in het guesthouse hadden afgezet zijn we al gelijk met de brommer de omgeving gaan ontdekken. Na een goed half uur rondgetuft te hebben komen we aan op een van deze “gave” plekjes. Wat in eerste instantie een normaal restaurant leek was ook een normaal restaurant. Maar toen we binnenkwamen zagen we dat ze zelf koffie maakte… en wel luwak koffie. Voor de leken (zoals ik) onder ons : Dit is een erg dure exclusieve koffiesoort die door middel van ontlasting wordt vervaardigd. Niet zomaar huis-, tuin- en keukenontlasting…neeeee.. luwak poep! Dit is een beest wat ik het best kan omschrijven als een kruising tussen een kat en een fret. Deze krijgt koffiebonen gevoerd en die komen er onverteerd weer aan de andere kant uit. Iets in het verteringsysteem heeft er voor gezorgd dat de koffie die ze hiervan kunnen maken erg lekker is. Je vraagt je dan wel gelijk af…wie heeft dit ontdekt en hoe……?
Na een toffe rondleiding langs de luwaks kregen we ook een rondleiding door de tuin. Hier zagen we naast de tal van koffiebonnen o.a. lemongras, kaneel, kruidnagel en pepers. Op het eind konden we nog even kijken bij het branden van de normale koffie waarbij Eline de koffiebonen opstookte en ik maar mannelijk mijn krachten ging botvieren op het vermalen van de gebrande bonen. Erg leerzaam allemaal. Jammer dat we beide geen koffie lusten……
De tweede dag op Munduk ( en tevens Eline’s verjaardag) hebben we wat lokale bezienswaardigheden bekeken die ons werden geadviseerd door onze bijbel (Lonely Planet). Op chronologische wijze hebben we ons die dag vergaapt aan een 40-50 meter hoge waterval, een panorama overzicht over de twee Bratan meren en een tempel in het water. Als lunch hebben we een kilo aardbeien weten te scoren voor pak en beet 1 euro.
Om Eline een groter verjaardagsgevoel te geven had ik samen met het guesthouse een soort van taart geregeld. Wel moeilijk om iets te verzinnen zonder melk of gist maar de beste man had wel een idee’tje… afwachten dan maar. Nadat we voldaan en vermoeid weer terug kwamen van de brommertocht stond er dan ook op het dakterras een tafel klaar met kaarslicht (het was immers al donker). De taart die toen tevoorschijn kwam riep bij mij nare herinneringen op maar Eline vond hem heerlijk… een echte rode gelatine bibbertaart! Yeeeej. Echter vond Eline het bij een verjaardag horen dat je taart moest delen met mensen, vrienden en familie. Aangezien ik no-way-hozay ooit weer aan een gelatine taart begon (braak ervaringen) en familie en vrienden niet in de buurt waren hebben we de taart genuttigd met de mensen van het guesthouse. Na felicitaties van verschillende Indonesiërs, veel facebookberichten, mails, een bibbertaart en zelfs een onvervalst lied gezongen door mij denk ik dat het toch een memorabele verjaardag voor Eline is om niet snel te vergeten.
Onze laatste dag op Munduk. Dit weten we echter nog niet want, waar de meeste mensen met de dag leven, leven wij hier meer met het uur. De plannen en ideeën komen en gaan waardoor we nooit echt zeker weten waar we de volgende dag ons zullen bevinden. Heerlijk!! Spontaniteit alom.
Afijn Munduk. Ochtend…Ik ben chagrijnig (ja dat gebeurd ook). Aangezien ik niet weet welk been me dit gevoel bezorgt besluit ik in bed te blijven. Ik heb om een of andere reden ineens erg veel zin in warhammer, een bioscoopje of een pc game met vrienden. Ja vandaag mis ik ff mijn vrienden voor wat mannelijke praat en spelletjes (familie niet getreurd ik mis jullie ook).
Eline die goed met mijn grillen (die gelukkig niet te vaak voorkomen) weet om te gaan gaat zelf op pad met de brommer terwijl ik een actiefilm opzet. Na goed een uur komt ze terug met de mededeling dat ze me komt ophalen. Eigenlijk heb ik helemaal geen zin aangezien ik net een beetje in de film zit en me nog steeds “tja” voel. Toch spring ik over de pakken heen waarbij ik neerzat en volg Eline na buiten. Hop achterop de brommer en off we go. De wind in me gezicht doet me goed maar dat is niets vergeleken met het effect dat de plek op me had waar Eline me na toe bracht. Ze bracht me na een boom van 700 jaar oud!! Geweldig. Ik heb al bij veel soortgenootjes van dit type boom verbouwereerd staan kijken maar deze boom sloeg echt alles. Op grondniveau begon een heuse grot van wortels. Je kon dus in de boom. Niet een kleine opening maar een heus gangenstelsel waar je goed met 50-60 man je in zou kunnen verstoppen. Mijn “chaggie-gevoel” is meteen omgeslagen in een gelukzalig moment. Wat weet die Eline toch altijd goed wat ik nodig heb. Afijn na de “wortelgrot” bewonderd te hebben klimmen we ons een weg steeds hoger en hoger de boom in. We zijn als enige..geweldig! dit is toch iedere jongensdroom. Ik wil hier blijven wonen, laten we een boomhuis maken…
Daar heb je Flipper
Door : Tim
We gaan door. Tot het laatste moment hebben we zitten twijfelen of we vanuit Munduk na Java zouden gaan of toch nog even na Lovina Beach waar ik zo’n 3 jaar geleden ook ben geweest. Het wordt Lovina. Ik heb het er volgens Eline al te vaak over gehad dus moet het wel tof zijn, redeneert ze wijs.
Voor Indonesische begrippen gaat de reis EN het guesthouse zoeken dit keer redelijk makkelijk. De tactiek dat een bij de tassen blijft terwijl de ander zoekt vinden we beide aangenamer dan vol bepakt ons samen in het zweet werken. Terwijl de reis toch nog 1,5 tot 2 uur duurde zijn we al om 9 uur in Lovina. Lovina is een klein dorpje aan de kust dat tijdens hoogseizoen blijkbaar stervens druk zou moeten zijn (te zien aan het aantal restaurants en guesthouses). Wij zien echter weinig blanken.. het zal wel aan het tijdstip van de dag liggen denken wij. Wel komen we de kerstman met speedo en wandelstok tegen op het strand. Slim nog even aan het ontspannen voordat de drukke wintermaanden er weer aankomen bedenken we ons.
Als je na Lovina komt, kom je om dolfijnen te spotten. Wij regelen dan ook gelijk een vissersbootje voor de ochtend daarop om flipper in het wild te bewonderen. De dolfijnen laten zich alleen bij de eerste daglicht spotten dus staan we al vroeg in de donkerte naast ons bed. Een goede 5 minuten nadat we (na veel ge-snooze) eindelijk wakker waren werd er bij ons aangeklopt. Het is goed dat ze dit de dag van te voren al hadden vermeld anders sta je toch raar te kijken rond 5:15 in de ochtend. De visser..of beter gezegd de dolfijnenspotter stond aan de deur en wilde ons meenemen na zijn boot. Hup hop verder aankleden en achter meneer aan. Eenmaal op het strand aangekomen zagen we alle toeristen die we dag eerder niet hadden gezien. Een fiks aantal vissersbootjes afgeladen met toeristen gleden het water in. Wij moesten echter wachten…waarop? Dat weten we niet. Maar voor mij begint de tijd te tikken… Ik zie al die andere bootjes gaan en wil ook het water op.. ik wil ze niet missen. Wat blijkt we wachten op een ander koppel dat blijkbaar een minder irritante snoozer heeft als onze wekker…
Tjop tjop t water in en in de achtervolging. Het is toch nog wel een redelijke tocht voordat we bij de andere boten aankomen. Maar gedurende die tijd kunnen we genieten van een mooie zonsopgang. Eenmaal bij de andere boten aangekomen laten de dolfijnen niet lang op zich wachten. Het is gelijk bingo. Een groep dolfijnen komt dicht langs onze boot. Wat een mooie beesten. De dolfijnen verdwijnen echter wijselijk onderwater nadat de rest van de vissersboten (inclusief lawaaiige motors) zich naar onze boot toe haasten.
Het is een kat en muis spelletje waarbij we steeds in de verte dolfijnen zien en als we er dan bij in de buurt komen zijn ze weer weg. De eerste ontmoeting blijkt voor vandaag de mooiste te worden. Tot dat we worden getrakteerd op een grote groep dolfijnen die vlak bij onze boot spring manoeuvres uithalen! Ze zijn aan het spelen. Wat leuk om te zien. Ook daarna komen we nog een aantal keer dicht (2-3 meter) bij ze in de buurt. Mooie beesten en heerlijk om ze zo in hun natuurlijke habitat te bekijken.
De euforie van de dolfijnentocht slaat om wanneer we aan land komen. Een van de vissersboten sleept namelijk een dode dolfijn mee het strand op. Deze dolfijn is klaarblijkelijk verstrikt geraakt in een net aangezien je de verwondingen en het bloed duidelijk kunt zien. Dolfijnen hebben lucht nodig dus hoogstwaarschijnlijk is de dolfijn verdronken omdat hij vast zat in het net. Het duurt niet lang of er staat een grote groep mensen om de dolfijn heen gebogen. Niet alleen de toeristen zijn van streek maar ook de locals. Dit is hun beroep, dit is hun broodwinning. Ze rouwen en zeggen dat ze de dolfijn gaan begraven. Het is een vreemd gevoel.. je probeert tijdens zo´n dolfijnentocht zo dicht mogelijk bij de dolfijnen te komen. Echter wanneer je op het strand staat met een dode dolfijn aan de hand wens ik toch dat deze dolfijn (en andere) nooit in aanraking was geweest met “de mens”
Op na Java, Bali bedankt
Door: Eline
Poe hee. Vandaag de poging om vanaf Bali naar Java te komen. Ondanks alle adviezen dat het heel moeilijk was, heel lang duurde en qua prijs nauwelijks goedkoper was dan toeristentransport ging het vooralsnog heel voorspoedig met het openbaar vervoer. Uit het dorp hadden we al verschillende verhalen gehoord over prijzen en toeristenprijzen. In het eerste busje vroeg Tim naar de prijs, 10.000 roepia zei de man. Maar ik wist allang dat de echte prijs 5.000 roepia was. In mijn beste Indonesisch vroeg ik het de vrouw die tegenover mij zat, en zij bevestigde dat 5.000 roepia de echte prijs was. Bij het verlaten van het busje gaf ik de man 10.000 roepia voor ons tweeën. Toen hij begon te sputteren deelde ik mee dat dat de prijs is, en dat 10.000 per persoon de toeristenprijs is. Daarna heb ik me omgedraaid en ben weggelopen, hij is me niet meer achterna gekomen. “En wat als hij je achterna zou komen,” zei Tim. “Wij kunnen hem met zijn tweeën wel aan. Jij pakt zijn linkeroor, ik pak zijn rechteroor.” Tot zover het stukje mannenlogica.
Bij het volgende busje had Tim het goed voor elkaar; hij vroeg de prijs in het Engels. De man gaf een belachelijk hoge prijs. Tim begon in het Indonesisch een heel verhaal op te hangen. Wat bleek? Hij zei dat we hier al een jaar wonen en dat we weten wat de prijzen zijn. Ineens was de prijs meer dan de helft gezakt. Tim verstond ook dat een andere Indo aan de man vroeg hoeveel hij aan ons verdiend had. Monkeybusiness! Maar wij hebben mooi de eerlijke prijs betaald.
In Java komen was dus heel simpel. Naar de stad Malang, waar we naar toe op weg zijn, gaat gewoon een rechtstreekse bus! Tussen 6 en 7 uur ’s avonds zouden we er zijn. Dat is een pittige tocht van 4 uur in een lokale bus. Maar gelukkig hebben we goede plaatsen helemaal voorin en is het niet te warm. De buschauffeur rijdt ondertussen onverstoord door. Weleens een aflevering van wegmisbruikers gezien? Ik kan er niks aan doen, maar zoals hij rijdt is het best vermakelijk. Net tv kijken. De eerste uren vliegen voorbij.
Als ik het vraag hoe ver Malang nog is zegt de buschauffeur dat we om 11 uur ’s avonds in Malang aankomen. Aha, dan bedoelden ze misschien dat het 6 of 7 uur rijden is? Flinke tegenvaller, maar we gaan ervoor. Inmiddels ben ik goed wagenziek en ik tel de uren, kwartieren en minuten af. Als het kwart voor 11 is komen we er achter dat we in een andere tijdzone zijn. Het is dus pas kwart voor 10! Nog een uur! Nee…. De minuten kruipen voorbij. Tim raakt aan de praat met 2 Indo’s die vertellen dat waar we nu zijn, het nog een uur rijden is naar Malang. Terwijl het nu wel 11 uur lokale tijd is. Na een lang gesprek besluit Tim dat we beter hier mee uit kunnen stappen met de jongens, die een hotel in de buurt weten.
Villa Hollanda & Omgeving
Door : Eline
We made it! We zijn in Villa Hollanda, de plaats waar Tim tijdens zijn stage gewoond heeft. Villa is het juiste woord, want ondanks dat dit onze derde dag is hier verdwaal ik nog. Overal trappen en verdiepingen en omdat de villa op een berg gebouwd is, grenst aan de bovenste verdieping een tuin. Het uitzicht is prachtig, we kijken uit over de stad Batu. Overdag een wijds zicht en ’s nachts duizenden lampjes. En deze stad maakt lawaai. Dat is echt bizar. En niet alleen de moskee die een aantal keer per dag zingt, nee, wat overstemt is een soort van… geluid alsof er op 5 verschillende plekken in de stad verschillende koren aan het zingen zijn. Ofzo. Ik geloof dat ik het niet goed uit kan leggen.
Het ontvangst was warm en heel hartelijk, iedereen was heel blij om Tim weer te zien. Ze vonden wel dat hij mager geworden was en Abud besloot meteen een stevige lunch voor ons te maken. Mie goreng. Avondeten: Mie goreng. Ze weten alles nog. Dat Tim destijds graag met brood ontbeet en dat hij overal zout bij wilt. En dat hij van chocolademelk houdt. Ik eet vanwege mijn allergie voor gist drie keer per dag mie goreng. Gisteren zijn we met zijn allen –Tim, ik, en zijn Indonesische vrienden- naar een pretpark hier in de buurt gegaan. Ik had werkelijk geen idee wat ik kon verwachten. Ik zag een aantal gebutste glijbanen naast elkaar. Zou dat het zijn? Nou, nee. Het complex waar we uitkomen is indrukwekkend. Doet zeker pretparkachtig aan. Alleen het is een beetje anders ingericht.
Er is een vaste looproute die ons langs de verschillende klederdrachten uit alle provincies leidt. Vervolgens een stukje plantenkunde, met hele grote anatomie modellen. Daarna volgde geschiedenis. Scheikunde. Het periodiek systeem uitvergroot tot 3 bij 7 meter ofzo. Proefjes die je zelf kan doen. Vanalles. Dan weer biologie, dit keer het menselijk lichaam. De bloedsomloop, zwangerschap, verteringsstelsel, gehoor, alles staat uitgelegd met levensgrote anatomie modellen. Er volgt nog meer geschiedenis. Natuurkundige proefjes met zwaartekracht of elektriciteit. Dan een groentetuin met veel verschillende groenten waar overal bordjes bij staan wat het is. En een heleboel bomen. Een logische volgorde had het zeker niet, maar leuk was het wel! Vervolgens worden we door een dierentuin geleid waar ze in veel te kleine kooien. Een geitje, apen, stinkdieren, zelf gewone huiskatten en kippen. Door de kleine verblijven waar ze in zitten kunnen we ze heel goed bekijken maar zie ik ook zo dat de meeste dieren erg ongelukkig zijn. Wasbeertjes die heen en weer ijsberen. Kippen die in een hoge, lege ruimte zitten zonder een plekje waar ze kunnen schuilen. Dierenwelzijn is hier nog geen heel bekend item.
Een stuk verderop in het park zijn grote aquaria. Heel mooi ingericht in allerlei settingen zwemmen de meest uiteenlopende vissen rond. Sommigen hebben geluk omdat –waarschijnlijk toeval- hen een leefomgeving heeft gegeven die toereikend is. Niet allemaal. Zoals een hele grote vis die in een aquarium zit dat ongeveer net zo breed en diep is als dat hij zelf is. Een guppie op een vierkante centimeter. Tijd om zelf een duik te nemen. Het mensenzwembad is veel groter dan het aquarium van de meeste vissen en we kunnen heerlijk afkoelen terwijl we door het eindeloos grote zwemparadijs struinen. Zoveel glijbanen dat ik de tel kwijt raak, watersproeiers, een enorm groot klimtoestel voor de kinderen. Paradijs! Waren we nog maar een paar jaar jonger. Heel het park zit vol met Indonesiërs en wij vormen een ware attractie. Iedereen wil met ons op de foto. De achtbanen zijn vergelijkbaar met wat er op de Tilburgse kermis staat, maar niettemin erg leuk. Vooral Sanusi’s bange gezicht in een van de achtbanen. Hij deed heel stoer en dapper en probeerde Ubud over te halen om mee te gaan, maar Ubud bleef weigeren. Dus gingen we met zijn drieën en was er voor Sanusi geen weg meer terug. Haha! Wat ook erg leuk was, was de 3d film. Film kijken door zo’n brilletje was volkomen nieuw voor ze, maar het water dat op hen sproeide was al helemaal hilarisch! Dat hadden ze echt niet verwacht. Of het spiegeldoolhof dan. Dat was op zich al heel leuk. Door het doolhof, over een loopbrug met onder ons een aantal krokodillen (echt waar! Levende!) en vervolgens langs een stel tuinsproeiers waardoor we allemaal nat werden. Nog een doolhof en een donkere gang. Aan het eind van de gang zag ik gaten in de vloer zitten, alsof daar ook water omhoog kwam. Ik aarzelde even maar liep toch door. Bij de uitgang zag ik een hoop knopjes. Zonder na te denken had ik er al op eentje gedrukt, waardoor ik Tim, die achter mij liep, een nat pak gaf. Hahahahaha! Dat was leuk!! Ubud en Sanusi liepen voor ons en keken verbaasd, dus ik nodigde Ubud uit om eens binnen te gaan kijken. En dan natuurlijk weer snel op die knopjes drukken. Hahahahaha! Elihumor.
Die avond koken we zelf. Bij gebrek aan beschikbare etenswaren wordt het miesoep. Een soort van variatie op de mie goreng. Zelf koken. Zelf afwassen. Heerlijk. Dat heb ik echt enorm gemist.
Paragliding
Door: Eline
Ik heb gevlogen. Met een grote vleugel, paragliden noemen ze dat. Hier in de buurt, vanaf een hoge berg, is dat mogelijk. Tim is 3 jaar geleden al een keertje naar boven geweest omdat hij dat graag wilde doen, maar toen stond de wind verkeerd. Hij heeft het echter al die jaren onthouden en zo zijn we een paar dagen geleden weer de berg op gegaan. Mij lijkt het ook wel wat, dus vol verwachting klimmen we naar boven. Helaas, het waait te hard. Te gevaarlijk om te gaan nu. Tim is weer enorm teleurgesteld, maar de mensen geven aan dat ’s ochtends vroeg de wind vaak goed is. Oké, komen we morgenochtend terug!
De volgende ochtend staan we vroeg op, maar na een uitgebreid (niet echt snel?) ontbijt van Abud en vervolgens de mededeling dat we van kamer moeten wisselen zijn we alsnog laat. Als we bovenop de berg aankomen is het al half 10 geweest. En weer staat er teveel wind. Als we even wachten misschien, dan wordt het beter? Gespannen kijken we naar de windzak. De wind is vlagerig, hij zou of stabieler en harder moeten zijn, of rustig en stabiel. Niet dit.
Na een half uur worden we ineens geroepen, het kan! Tim gaat eerst, hij heeft er zo lang op gewacht. Hij is nerveuzer dan hij toe wilt geven en na een laatste kus hijst hij zich in de touwen. Als hij en de instructeur klaar zijn om te gaan wordt de wind weer vlagerig en het wachten kan opnieuw beginnen. Het leek een eeuwigheid maar ik denk dat het maar even duurde. Terwijl ik de andere kant op kijk vliegt Tim ineens de lucht in. Ik kan nog net een paar foto’s maken voor hij een stipje in de verte is. De wind is nog steeds erg sterk, en een paar keer vraag ik me af of hij op de daken van de huizen gaat landen. Maar uiteindelijk dwarrelen ze gewoon recht naar beneden, naar de stip waar ze behoren te landen.
Ik sta bovenop de berg. Tim staat beneden in het dal. Een andere instructeur geeft mij de keuze. Ik kan nu gaan, maar dan dwarrel ik ook recht naar beneden. Als er minder wind staat is het mooier, kan je langer in de lucht blijven en wat sightseeing doen langs de bergkam. Ik twijfel niet als ik aangeef dat ik het morgen wil proberen als de wind hopelijk beter is. Hij biedt meteen aan om Tim nog een keer gratis te laten gaan omdat dit tochtje wel heel suf was volgens hem. Tof!
De rest van de dag besteden we aan het bezoeken van een groot park. Een waterval,een dierenparkje, prachtige beboste hellingen… het is er schitterend. De bossen lijken niet tropisch, sommige stukken ziet er zo uit dat het ook Nederland had kunnen zijn. We stoppen op diverse plekjes om van het uitzicht te genieten. Ik heb zelfs 3x een soort harige hagedis gezien. Twee keer sprong ie vlak voor ons langs! Heel zeldzaam zullen ze wel niet zijn dan, of wij hadden heel veel geluk? Maar wat voor beest het is? Geen idee.
In de namiddag gaan we shoppen in het grote winkelcentrum. Lekker rondkijken, beetje snuffelen en we nemen allebei een mooi blouseje mee. Daarna gaan we naar de supermarkt om eten te kopen voor vanavond. Een vriend van Tim, Guindra, komt langs en Tim heeft beloofd te koken. Ik neem nog een haarmaskertje mee omdat ik de vlechten, die er al twee weken in zitten, uit mijn haren gaan halen. Even later lopen we de winkel uit en als ik naar buiten kijk schrik ik me rot. Ik schrik zelfs zo erg dat mijn hart er sneller van gaat kloppen. Buiten regent het. Regen. Dat is zeker 5 weken geleden dat we dat voor het laatst gezien hebben. Gevoeld hebben. Zeiknat geregend zijn. De tropische stortbuien van hier kennende gaat dit buitje niet over maar zal het nog uren zo blijven regenen. We hebben weinig keus, langzaam lopen we terug naar ons brommertje en gaan we de regen in.
Het is koud, het waait, het lijkt wel Nederland! We zijn hier totaal niet op gekleed dus het enige wat ik kan hopen is dat we snel thuis zijn. Maar waar is thuis? Tim dwaalt door alle wegen, die allemaal op elkaar lijken. Vanmiddag zei hij nog dat zijn gevoel voor wegen hier in Batu terug aan het komen was, nu zijn we verdwaald in een enorme stortbui. Voor mijn gevoel duurt het eeuwen voor we de juiste straat gevonden hebben en doorweekt stappen we naar binnen. Dan dringt tot mij door wat dat ding onder de zitting van de brommer is. Een regencape.
Een warm bad zou fijn zijn! Jammer dat het bad geen stop heeft en er alleen koud water uit de kraan komt. Lekker dan. Voor we erover na kunnen denken staat Guindra voor onze neus en Tim trekt snel droge kleren aan. Ik blijf het nog even proberen met die stomme koude kraan. Uiteindelijk geef ik het op en ga ik met mijn kroeskop door de uitgehaalde vlechtjes Guindra maar eens een hand geven. We koken spaghetti met tomatensaus. Maar als het water bijna kookt en de worstjes bijna gaar zijn, wordt het stil bij de gaspitten. Het duurt niet lang voor ik door heb wat er aan de hand is; het gas is op. Net nu iedereen naar de moskee is om te bidden. Wij hebben honger! Niemand van ons heeft ooit een gasfles verwisseld. Hoe… Maar Guindra blijkt een goed gevoel voor logica te hebben, koppelt het gas los en samen met Tim gaat hij het gastankje bij laten vullen.
Als ze terugzijn gaat het koken snel en als we onze borden net leeg hebben schuift Sanusi aan en eet hij de laatste restjes op. Ik trek me terug in de badkamer om dan maar met koud water mijn haar te gaan wassen. Het lukt. Maskertje erin, zo,dat voelt heel anders. Veel beter. Als ik terugkom blijkt dat Guindra dacht dat Tim een andere vriendin meegenomen had omdat hij mij helemaal niet herkende van de facebookfoto’s. Hahaha! We bekijken facebook en ontdekken dat ik inderdaad heel weinig met Tim op de foto sta. Wel staat hij op veel foto’s dansend met Tessa. Guindra dacht dat Tessa zijn vriendin was, aaah, haha! Nee, nee, zo zit dat niet. Tessa is een vriendin van mij.
Het werd laat die avond en de volgende ochtend was het heel vroeg. Om 7 uur staan we bovenop de berg. Dit keer mogen we wel! Nu ga ik eerst. Echt zenuwachtig was ik niet, alleen van de rand van de berg springen, dat idee gaf wel wat kriebels. En ik kreeg nog alle tijd om erover na te denken ook, want toen we helemaal klaar voor de start waren ging de wind liggen. Weer kijken naar de windzak. En wachten. Het duurde voor mijn gevoel weer een eeuwigheid voordat de parachute omhoog kwam en ik rennen, rennen, rennen! Hoorde roepen. En na een paar passen vlogen we al. Vliegen is prachtig. Zo heerlijk relaxed, zo mooi om alles van boven te zien. En het is zo heerlijk stil. Ik zou wel voor altijd kunnen blijven hangen daar. De stad van boven bekijken. De bomen van boven bekijken. De landbouwgronden van boven bekijken. Maar het is wind tegen zwaartekracht. De zwaartekracht wint en voor mijn gevoel zijn we veel te snel weer beneden. De landing is een zachte kontlanding. Ik kijk omhoog naar de berg waar Tim nog staat. Nu is het wachten op Tim. Ondertussen klets ik wat met de Indo’s die er ook staan. Ik vraag ze of ze nooit tussen de groente landen. Nou, dat gebeurt wel. Van boven tot onder zit je vol modder, vooral als je in een jong rijstveld crasht. De boeren vinden het nooit heel erg, want ze krijgen een ruime vergoeding voor de schade. En onder de paragliding jongens is het een hilarisch gebeuren.
Bij thuiskomst wacht ons een stevig ontbijt van Abud. ’s Middags besluiten we naar de dierentuin te gaan, Batu Secret Zoo. Enorm veel verschillende dieren, pretparkattracties, een groot zwembad en mooie aankleding. In opzet lijkt het erg op het pretpark waar we een paar dagen eerder zijn geweest, behalve dat de dieren hier aanzienlijk ruimere verblijven hebben. Het verrassingseffect blijft aanwezig. Bijvoorbeeld toen ik in een restaurant over het hekje leunde keek ik recht in de ogen van een giraffe. Ook hoi!
Na een vermakelijke dag worden we bij thuiskomst niet allen ontvangen door een groep van 30 gasten, maar ook met het eten wat voor hen bereid is. Heerlijke cake, soep, kip… veel meer dan dat we op konden. Heerlijk! Het is druk in de keuken met een aantal hulpkoks, maar wel heel gezellig. Ook Sanusi schuift weer aan. Na het eten besluit Tim een bad te nemen. Abud heeft ons uitgelegd hoe er warm water uit de kraan kan komen. Dat doe je door de kraan van de wastafel open te zetten op warm water, deze te laten stromen terwijl je in het bad warm water vraagt. Oftewel, met twee open kranen. De provisorische stop is niet volledig waterdicht maar wel een beetje. Soms wordt het water koud, dan moet je even wachten tot de boiler weer bij is en dan gaat ie weer even. Na ruim twee uur is het bad eindelijk gevuld met lauw water. Leuk, aldus Tim, maar niet voor herhaling vatbaar.
Big City Malang
Door: Eline
De dagen vliegen hier voorbij. Echt. Eergisteren zijn we naar Malang geweest, de grote stad. Hier hebben we afgesproken om Guindra te ontmoeten bij de universiteit. Tim riep ’s ochtends heel stellig dat hij de weg wist, maar we waren Batu nog niet uit of hij sprak al iemand aan om de weg te vragen. Met zijn tweeën op het brommertje door het Indonesische verkeer. Volgens Guindra zijn er geen verkeersregels en berust de keuze of je iemand voorrang geeft of niet op zaken als “denk je dat je die aan kan” of “heb je een helm op ja of nee”. Stoplichten maken op niemand indruk, verkeersregelaars op de weg maken een beetje indruk. Nog voor we Guindra gevonden hadden wist Tim al zeker dat hij zo’n stuk rijden met een brommertje nóóit meer zou doen. Guindra komt de volgende keer maar weer naar ons toe. Als we Guindra eindelijk gevonden hebben vraag ik hem om een rondleiding over de campus. Gelukkig ben ik –puur toevallig- gekleed in een lange broek, een shirt met halflange mouwen en dichte schoenen. Anders was ik de gebouwen niet eens in gekomen. Tim heeft minder geluk met zijn slippers, hij moet buiten blijven wachten. Guindra laat me het gebouw van de masters zien, en van de bachelors. In zekere zin lijkt het erg op de HAS met alleen een groot machtsverschil . Masterstudenten zitten in ruimten met airconditioning op luxe bureaustoelen achter echte bureau’s hun colleges te volgen. Bachelorstudenten hebben een ruimte met alleen ventilatoren en houten stoeltjes met een klein schrijftafeltje aan de rechterkant (niet geschikt voor linkshandige studenten). De internationale bachelorstudenten hebben een ruimte met airco en de houten stoeltjes. Guindra vertelt met dat er ook tussen de professoren en de studenten een duidelijk machtsverschil is. Domme vragen kan je maar beter niet stellen. In tegenstelling tot de HAS, waar de afstand tussen docenten en studenten heel klein is en alle docenten meer dan behulpzaam zijn om ook de domste vragen te beantwoorden.
Na de rondleiding stappen we in de auto van Guindra’s vader. Guindra baant zich een weg door het onmogelijke verkeer, maar voor mijn gevoel rijden we alleen maar in rondjes. Maar het is leuk dat hij wat over de stad vertelt en omdat het verkeer zo stroef gaat rijden we langzaam zodat ik goed de tijd heb om alles te bekijken. Na een poosje stopt Guindra bij een restaurant waar Tim en Guindra met een groep anderen van een of andere projectweek gegeten hebben. Ze hebben verse vis en Tim bestelt er een die volgens Guindra zo groot is dat we er gemakkelijk met zijn tweetjes van kunnen eten. Uiteindelijk blijkt het niet zoveel te zijn als gedacht, maar wel heel lekker. Na het eten voel ik me niet zo lekker. Misschien door de warme, slecht geventileerde lucht? Na een poosje hou ik het niet meer en kondig ik aan dat ik buiten ga zitten. Buiten op het stoeprandje gaat het wel. Het heeft net geregend dus de hitte is uit de lucht. Maar als ik opsta voel ik de wereld weer duizelen. Snel ga ik naar binnen op zoek naar een toilet. Een vriendelijke man loopt met me mee en vraagt waar ik vandaan kom. Nederland. Ooooh, Nederland! Hij wijst naar een tentoonstelling met allemaal oude beelden van Indonesië, waar Nederland natuurlijk ook een grote rol speelt. Hij remt zijn pas en wijst van alles aan. Burnurd is daar, zegt hij. Burnurt? Oh, prins Bernhard! Mijn eten komt steeds verder omhoog terwijl hij steeds langzamer gaat lopen. Ik wil prins Bernhard niet zien nu, ik moet een toilet hebben en snel! Ik ben maar net op tijd voordat mijn hele maaginhoud er weer uit komt. Buiten mompelt Tim teleurgesteld “mijn vis…!” maar ik voel me weer stukken beter nu ik de dwarsligger kwijt ben.
Guindra brengt ons naar een café met een enorm mooi dakterras en belangrijker, althans voor Tim, hele lekkere chocolademelk. Er is maar een ander stel die tegenover elkaar op hun telefoontje zitten te kijken en ongestoord hebben we de grootste lol over culturele onderwerpen als hoe gebruik je de wc en waar dient een onderbroek voor. Na het hilarische uurtje brengt Guindra ons terug naar de campus, waar ons brommertje staat. Maar daar is ook iets anders aan de hand, een of andere voorstelling ofzo. Aangezien we blank zijn worden we meteen uitgenodigd binnen om te kijken en mee te eten. Wat eten betreft blijken we net het verkeerde gerecht gekozen te hebben en de voorstelling lijkt een eeuwig durend voorprogramma te hebben. Met zijn drieën smoezelen we over een manier om hier weg te komen. En met hier bedoel ik het midden van een plein met om ons heen alle professoren van de universiteit. Me onzichtbaar maken werkt niet aangezien ik heel erg blank en veel te blond ben om niet op te vallen. Guindra komt met een plan A om ongestoord weg te komen en oppert een plan B als plan A niet werken. Maar plan B is wel een heel goed plan, namelijk doen alsof je aan de telefoon bent. Voor hij uitgesproken is pak ik mijn telefoon uit mijn zak en loop ik nep bellend tussen de mensen door, naar buiten. Gelukt! Guindra komt ook nep bellend en Tim rent achter Guindra aan. Snel duiken we de auto in en eenmaal binnen gieren we het uit. Guindra rijdt de auto 100 meter door en daar nemen we afscheid. Wij lopen 100 meter terug om het brommertje te halen en rijden terug naar Batu.
‘ T Stuwmeer
Door: Eline
Gisteren zijn we naar een meer in de buurt gereden. Een prachtige tocht door de bergen en met prachtige riverviews. Tim is er al een keer eerder geweest, drie jaar geleden. In zijn herinnering was het veel dichterbij. We komen uiteindelijk aan bij een heel typisch stuk Indonesisch vermaak. Gewoon een plek om met zijn allen te zitten en te eten. We maken met een roeibootje een rondje over het stuwmeer. De man van het roeibootje zegt dat er regen aankomt. Eenmaal op het water duurt het… een minuut? En dan barst de hemel open. Gelukkig heeft het bootje een dakje en met zijn vieren gaan we eronder zitten, terwijl de mannen doorroeien. Ik vind het fantastisch, ook al stelt het niet veel voor. Met een stortbui op een meer. Tim ziet er ook de lol wel van in en pakt een peddel om mee te gaan peddelen. De mannen vinden ons volgens mij ook wel grappig. Aan het eind van ons rondje regent het nog steeds en we blijven in het bootje zitten tot de bui over gaat. Eigenlijk is dat bootje best knus en we zitten er prima droog.
-Tim-
Op de terugweg van het meer komen we nog een mooie waterval tegen. Het valt ons op dat we verwend raken als het gaat om mooie natuurverschijnselen. In plaats van de tientallen foto’s die ik normaliter van een waterval maak, maak ik nu enkel wat foto’s van Indonesiërs die met Eline op de foto willen en een mooie “uh-hum” hurktoilet. De rest van de avond zijn we bezig met het uploaden van foto’s en proberen de blog af te typen. Dat ik nu het laatste stuk aan deze blog typt heeft te maken met het feit dat Eline aan het koken is voor ons. Veel leesplezier en tot de volgende blog. Hopelijk hebben Eline en ik dan allebei een visum voor Australië………… maar ja….dat is weer een heel ander verhaal.
NB: Bedankt Corine & Trudy voor de gouden tip. Munduk was fantastisch!
-
08 Oktober 2012 - 21:46
Oom Lennart En Tante Loes:
Hallo Eline en Tim,
Wat een prachtige verhalen weer. Zij spreken mij enorm aan, te meer omdat ik zelf ook zo heb genoten van Indonesië. In die goede tijden voeren wij nog 6 weken langs de kust en heb ik veel kunnen zien. Oom Lennart kon bijna niet weg omdat in de havens altijd de grote klussen werden uitgevoerd. Ik ben bijna elke dag op stap geweest! Iets wat meevarende echtgenotes van tegenwoordig zich nauwelijks kunnen voorstellen omdat de schepen vaak aan pieren liggen ver buiten de bewoonde wereld en er na een aantal uur weer vertrokken zijn. Wij lagen soms wel een week in een haven...
Groetjes van
oom Lennart en tante Loes
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley